Hoop op leven
Het blijft een emotionele achtbaan. Waar ik een tijdje meer
rust heb gevoeld, ben ik nu weer prikkelbaarder, vliegen mijn gedachten weer
alle kanten op en ben ik vaak verdrietig. Noud's geboortedag hangt als een
soort zwaard van Damocles boven mijn hoofd. In mijn lichaam is zich al bepaalde
spanning aan het opbouwen richting die eerste week van september. Deze weken in
augustus brengen zoveel herinneringen terug aan een jaar geleden. Daarnaast
leven we mee met kleine Ava, haar beelden en verhalen doen ons Nouds 'vlucht' opnieuw
beleven.
Maar over het algemeen gaat het oké, voel ik me beter dan een paar maanden geleden. Ik durf weer met één oog naar de toekomst te kijken. Er is weer meer ruimte in mijn hoofd. Er beginnen weer wensen en dromen voor de toekomst te ontstaan. Eerst mocht dat niet van mezelf, ik was immers nog in rouw. Hoe kon ik over de toekomst nadenken, terwijl ik Noud was verloren. Fantaseren en dromen over de toekomst voelde als een soort verraad, alsof ik hem achter zou laten. Inmiddels weet ik beter, hij blijft altijd bij mij en dan mag ik ook weer naar de toekomst kijken.
Het afgelopen jaar ben ik in de ban van de dood geweest en nu snak ik naar nieuw leven. Wat zouden Hendrik en ik graag een derde kindje krijgen.
Noud zou ons gezin compleet maken, twee kindjes, een broertje of zusje voor Fenna. Door het overlijden van Noud is ook in die droom een gapend gat ontstaan. Ons gezin zal nooit meer helemaal compleet worden, want Noud is weg en komt nooit meer terug. Zijn plekje blijft fysiek voor altijd leeg.
Wat zouden wij graag nog een kindje krijgen om liefde te geven, om voor te zorgen en die Nouds kamertje weer vult met leven. Ik wilde Noud zoveel liefde en zorg geven, maar al die gevoelens kunnen nu nergens heen. Fenna is mijn alles, maar ik heb nog zoveel meer te geven. Het is een moedergevoel wat in mijn lichaam zit van tenen tot aan m'n kruin.
De angst rondom een nieuwe zwangerschap is groot. Met name de angst voor nieuw verlies. Dat is mijn allergrootste angst. En het is niet dat die angst nu weg is, maar de wens is de afgelopen maanden gegroeid en inmiddels zo groot geworden dat het die angst overstijgt.
Onze samenleving is overigens keihard. Mensen oordelen en veroordelen je bij de vleet. Ik ervaar dagelijks dat er een soort tijdsbestek staat voor rouw. Na een bepaalde tijd moet je toch wel weer de boel hebben opgepakt, moet je weer leuk mee doen, willen ze eigenlijk niet meer horen dat het nog steeds niet goed met je gaat. Voor mijn gevoel is de periode die je gegeven wordt een jaar. En binnen dat jaar moet je wel progressie laten zien. Ben je langer dan de 'gegeven' tijd bezig met je verdriet, beginnen mensen je raar te vinden, kunnen ze niet meer goed met je omgaan, hebben ze minder begrip voor je. Gelukkig ervaar ik dit maar bij een heel klein deel van de mensen om me heen en zijn de mensen die dichterbij me staan heel liefdevol, begripvol en geduldig.
Ook bij het uitspreken van deze wens, wat ik overigens niet vaak doe omdat ik dat heel eng vind, hebben mensen hun mening klaar. "Jeetje Erika, zou je daar nu wel weer aan beginnen". "Wat haal je je op de hals". "Wees blij met de dochter die je hebt". "Waarom adopteer je niet een kindje". Het zijn voor mij rake woorden. Ze treffen me in m'n ziel. En al zijn ze vast en zeker goed, bemoedigend of beschermend bedoeld, er zijn maar heel weinig mensen die zich kunnen indenken hoe ik me voel. Hoe het is om een kind te verliezen. En dat met de dood van een kind, niet ook zomaar de wens om een kind verdwijnt. Het is zo magisch om een kindje te mogen dragen, een kind te mogen krijgen dat uit jou gecreëerd is, dat onderdeel is van jou. Het is bijna onvoorstelbaar die onvoorwaardelijk liefde voor en van je kind. Ik hoop zo dat ik het nog een keer mee mag maken.
Wat de toekomst brengt, weten we niet. Maar ik hoop op leven. Op nieuw leven voor ons.
