Een plekje

24-03-2017

Steeds vaker vragen mensen aan mij of ik het al "een plekje" heb kunnen geven. Het woord plekje klinkt verschrikkelijk. Alsof je je verdriet in kan pakken in een doos en ergens op de zolder een plekje kan geven. De dood van je kind kun je geen plekje geven, met dat verdriet moet je leren leven.

Ik probeer dat zo goed en kwaad als het kan te doen. De ene dag en het ene moment gaat dat beter als het andere. Maar dan waren er laatst de vragen waarom ik zijn kamertje nog niet had ingepakt, de opmerkingen dat ik er wel een beetje in bleef hangen. Werd het niet eens tijd om verder te gaan en mijn leven weer op te pakken. Al waren sommige vragen en opmerkingen lief bedoeld, mensen hebben geen idee dat je na zo'n verlies niet meer verder kunt met je leven waar je gebleven was. Het komt nooit meer goed. Mijn kind is dood. De dood is voor altijd en het verdriet oneindig. Ik wordt nooit meer dezelfde als ik was voor dat dit gebeurde.

En al weet ik dit heel goed, die vragen deden mij de afgelopen 2 weken erg twijfelen aan mezelf. Had ik al niet verder moeten zijn, moet ik het meer loslaten? De eerste weken na Nouds dood begreep iedereen dat ik verdriet had, maar nu 7 maanden later staat een deel van de mensen waarmee ik in aanraking kom daar niet meer bij stil. Zij hebben het afgesloten, denken er niet meer aan, het is immers "al" 7 maanden geleden. Dat ik er elke dag nog mee bezig ben en worstel met het gemis en verdriet, daarvan hebben ze geen idee.

Het feit dat de opmerkingen me zo raakten, kwam waarschijnlijk voort uit het feit dat ik van mezelf misschien ook al had gehoopt dat ik verder zou zijn. Die opmerkingen doen zo'n pijn, omdat ze een zere plek raken. Ze benoemen hetgeen waar je onzeker over bent, over twijfelt en je niet sterk voelt. Maar ookal vind mijn omgeving en ikzelf wellicht ook wel, dat ik al verder had moeten zijn, ik ben het nog niet. De afgelopen weken resulteerde dat in een interne strijd bij mij tussen ratio en gevoel. Ik was heel onrustig, erg emotioneel, kon me niet goed staande houden.

Intussen heb ik weer iets meer rust. Ik heb me er bij neergelegd dat dit de situatie is zoals hij is en probeer mijn verdriet en mijn gevoel er gewoon zo te laten zijn. Mezelf niets anders op te leggen en te accepteren hoe ik me nu voel. Niets is immers goed of fout in deze situatie.

Dat "plekje" geven gebeurd wellicht vanzelf. Ik merk dat het verdriet al is gezakt, van de handen om mijn keel in het begin, naar een plekje in mijn hart. Het verdriet komt en gaat met vlagen. Noud heeft vele plekjes bij ons gekregen. 

In ons huis zijn er verschillende plekjes waar Noud terugkomt. Er staan en hangen verschillende foto's van Noud in ons huis, net als van zijn grote zus Fenna. Er staat 1 mooie grote foto van hem op onze schouw met daarnaast een hout gesneden adelaar en zijn lichtje, die we nagenoeg elke avond branden.

In onze buffet kast staat zijn geboortekaartje, een schilderijtje met zijn voetjes samen met die van zijn zus en een beeldje wat ons gezin uitbeeld; een papa, mama, baby'tje en grote zus.

Op ons dressoir staat zijn doopkaars, naast die van zijn zus. We hebben een mooie foto neergezet bij het herdenkingsplankje gemaakt van hetzelfde eikenhout als zijn kistje. Ook hebben we hier de adelaarskandelaar neergezet, die we regelmatig branden. Net als zijn zus, hebben wij ook van Nouds voetjes een gipsafdruk gemaakt en deze ingelijst met een foto.

Een heel waardevol en belangrijk plekje is Noud's kamertje. We hebben het in tact gelaten en alle andere spulletjes die van Noud zijn en voor ons belangrijk zijn, daar verzameld. Alles staat nog klaar voor zijn komst. Zijn kleertjes liggen in de kast, zijn knuffels staan vrolijk op de kist en zijn commode met verschoonkussen en toebehoren is gereed. 

Intussen zijn er ook zaken toegevoegd. Zo hangen de dierbaarste kaartjes die we hebben gekregen naar aanleiding van Nouds overlijden boven zijn wiegje. In een doos met een print van zijn geboortekaartje, hebben we alle andere kaarten en voor ons belangrijke documenten bewaard. Van mijn vriendinnen heb ik een heel mooi houten kistje gekregen, waar ik zijn toebehoren in heb gedaan als zijn mutsje, naamarmbandje en mijn zwangerschapstest. Ook zijn gipsen handjes en voetjes en het dagboekje wat de verzorgsters op de NICU voor Noud hebben bijgehouden liggen in zijn kamer. Ik zit zo af en toe in zijn kamertje en laat al die spullen door mijn handen gaan. Ik vind het fijn om af en toe daar even wat te lezen en voel me dan dichtbij hem. Ook Fenna glipt regelmatig zijn kamertje even in om even in zijn wieg te kijken of met zijn knuffels te spelen.

Ik heb nog helemaal niet de behoefte om zijn kamer in te pakken. Het is zijn kamertje. We hebben de ruimte niet nodig, dus het kan voorlopig ook nog zo blijven. Ik hoop dat, als het ons gegeven is, er ooit weer een babytje in dat kamertje mag slapen. 

In ons bosperceel hebben we een geboorte- / herinneringsboom voor Noud geplant. Dit is ook een prachtig plekje en als we in ons bos zijn, alleen of met familie, kijken we altijd even hoe de boom erbij staat. In elk seizoen laat deze een ander beeld zien.

En dan is er nog zijn plekje, zijn laatste rustplaats in het bos. We gaan er elk weekend even met z'n drieën heen. Fenna maakt regelmatig een nieuwe tekening voor Noud en die hangen we dan op aan het bordje dat we bij zijn plekje hebben neergezet. We branden kaarsjes en blazen vaak bellen samen met Fenna. Het bezoeken van zijn plekje is een onderdeel van ons leven geworden. We hebben nauwelijks herinneringen met Noud kunnen maken en door hem als gezin te bezoeken op zijn plekje proberen we daar samen nieuwe herinneringen te maken.

Noud wordt dan ook betrokken bij hetgeen er speelt. Met sinterklaas kreeg Noud ook cadeautjes, een molentje voor op zijn grafje en bloembolletjes die nu mooi bloeien op zijn grafje. In de aanloop voor kerst zette we ook bij hem een klein kerstboompje neer. Op nieuwjaarsdag staken we sterretjes bij zijn plekje aan. Toen we op vakantie gingen, namen we een souvenir voor Noud mee.

En zo zijn er allemaal verschillende plekjes voor Noud, maar de belangrijkste is in ons hart, daar leeft hij altijd voort en gaat hij met ons mee, waar wij ook gaan.